Dommelvolk, legendarische brabantse folkgroep. Begonnen in 1977, gestopt in 1984, maar weer lichtelijk actief in de periode 2000 - 2015.
Dommelvolk begon in 1977 als duo, met als leden Bert Spin en Jaap Oudesluijs. Ze speelden veel middeleeuws werk, en hadden al snel een LP Dommelbeschuit uit met folkgroep Crackerhash. Hoewel sommige biografieën op internet anders beweren, is ook van Genechten al op deze LP te horen. Oudesluijs ging al snel zijns weegs om in het politiek getinte Werktuig te gaan spelen. Kort na die tijd is violist Custers toegevoegd aan het ensemble, en in 1979 kwam ook Kopinga bij Dommelvolk. Tegen die tijd had hun geluid zich drastisch veranderd tot een heel boertig soort streekgerichte folk. In hetzelfde jaar kwam hun LP Ptazzie (Brabants voor stamppot) uit, voor velen hun beste werk. Beide LP's kwamen uit op het Friese Universe Productions.
Na wat optredens en repetities kwam in 1981 hun derde plaat Nr. 100 uit op hun eigen platenlabel Sint Anna Producties. Uiteindelijk zou dit de enige release op dit label blijken. Hun vierde en laatste album, Van Mijn Kempenland, kwam in 1984 namelijk op Telstar uit. Intussen hadden de jongens al flink wat optredens achter de rug, en vonden ze het genoeg geweest: in 1985 breiden ze er een einde aan. In het begin van de 21ste eeuw hebben ze hier en daar nog wat optredens gedaan, waaronder een theater-tour met de Tilburgse folkgroep Wè-nun Henk.
Dommelvolk staat bekend om hun gevoel voor humor en hun voorliefde voor simpele boerenmuziek. Ze hebben heel wat teksten van het bekende boek van Harrie Franken genomen, en ook wat zelfgeschreven materiaal en die tot liedjes verwerkt. Daarbij deden ze niet al teveel moeite om te kijken hoe de middeleeuwse Brabantse boer of muzikant die zou hebben gespeeld, aangezien de lagere klassen bijna geen muziekinstrumenten hadden. Ze namen het materiaal en maakten er een arrangement omheen dat voor hen goed klonk. Het resultaat was een geluid dat in principe door Dommelvolk gearrangeerd was, maar (volgens hun site) "verrekkes authentiek" klonk: tot op de dag van vandaag denken veel mensen dat Brabantse volksmuziek moet hebben geklonken zoals Dommelvolk die speelde.
Hun gevoel voor humor, en warsheid van conventies, is zowel te horen op hun LP's, als te zien tijdens hun optredens. De teksten gaan over het algemeen over sterven, moorden, seks, en (met name op Nr. 100) over poep en pies. Over het algemeen werd enige politieke lading in hun muziek geschuwd, met wellicht als uitzondering De WW'ers van Den Bosch, een heel braaf klinkend liedje over mensen die graag in de WW zitten.
Een voorbeeld van hun humor is het feit dat ze een liedje schreven over diarree dat Dundunne heet. Als ze dat vroeger speelden liet Kopinga aan het einde een glas chocolademelk achter zich leeglopen op het podium, om een reden die duidelijk mag zijn. Ze zijn met die grap gestopt toen Kopinga tijdens een gitaarsolo uitgleed en bovenop zijn bas viel, die in tweeën brak. Kopinga had, ironisch genoeg, niets. De bas is sindsdien gerepareerd met een paar lange welgemikte spijkers, en afgewerkt met wat plamuur. De bas doet het tot op de dag van vandaag prima.
Zang, gitaar, cister
Accordeon, harmonium, zang
Viool, zang
Bas, gitaar, zang
Het is bedrieglijke muziek, die Dommelvolk maakt. Je denkt: zo heeft het eeuwenlang geklonken in het land van de contente mens. Ja, zo als Dommelvolk, zo moet het klinken, Brabantse volksmuziek. Maar van Dommelvolk moet dus helemaal niks.
Zonder al te veel respect voor de deun en de woorden zijn ze halverwege de jaren zeventig wat gaan klooien met van die ouwe liedjes. Pakten gitaar, viool, accordeon en contrabas en deden toen de Dubbele Moord van Loon op Zand nog eens over. Vreeën het Lief Lijneke nog eens op. Lieten Ons Verken nog eens sterven. En o jee, wat klonk dat toen toch ineens verrekkes authentiek. Terwijl ze niet eens de klompen aanhadden!
Maar hoe gaat dat: op een zeker moment ben je het moorden, vrijen en sterven beu. De zanger Ad van Genechten, de accordeonist Bert Spin, de violist Steeph Custers en de contrabassist Jitze Kopinga - ieder gaat zijns weegs. Anderen mogen het Brabant van de late jaren tachtig en alle jaren negentig gaan bedriegen.
Dat is er alleen niet zo van gekomen. Met klompen aan en zakdoek om heeft menigeen sindsdien zijn schôôn stukske Brabant bezongen. Het klonk doorgaans even vals als plat. De tol van de nostalgie, waar Dommelvolk niet de minste last van had. Nie kwèèle, mar speule!
Dan is het de eerste maand van het jaar 2000. De mannen van Dommelvolk hebben zich tot een reünie-optreden op het Folkfestival van Tilburg laten verleiden. Ze plegen een Moord te Loon op zand, lebberen ons Lief Lijneke af en maken Ons Verken keikapot. En allejezus nog aan toe, wat klinkt dat toch verrekkes authentiek allemaal. Ze mogen niet gaan van hun publiek voor één avond. Speule, Dommelvolk speule!
Die avond kijken Van Genechten, Spin, Custers en Kopinga elkaar eens goed aan. Nee, zoals toen willen ze niet meer. Vandaag in het jongerencentrum, morgen in het patronaatsgebouw. Deze week in Duitsland, volgende week in Hongarije. Maar zo af en toe een festivalletje, zo nu en dan een schouwburgje? Doen we, zeggen de vier van Dommelvolk tegen elkaar.
Dank jullie wel, zegt de contente mens.
LP, 1977, Universe productions, UP-117
samen met Crackerhash
LP, 1979, Universe productions, DLS-27
M.m.v. Petra Maarschalkerwaard
LP, 1981, Sint Anna Producties, STAP 0100
LP, 1984, Telstar, 21058
CD, 1993, Clipsound, CCD 10293
Helaas is geen enkele LP of CD nog verkrijgbaar.